Eeuwenlang waren kustverdediging en natuur met elkaar in conflict. Kustverdediging had maar één doel: bewoners beschermen tegen overstromingen. Natuur was daaraan ondergeschikt. Vanaf 1850 is men met man en macht bezig geweest de zeereep zo groot en sterk mogelijk te maken: aanplant met Helm moest het zand vastleggen; waar mogelijk werd door het zetten van stuifschermen aangroei geforceerd. Gevolg was een op veel plaatsen sterk kunstmatige en statische zanddijk. Hier viel weinig te beleven voor de natuuronderzoeker.

In een natuurlijk systeem is de zeereep een essentiële schakel, een doorgeefluik van zand, zout en wind op de achterliggende duinen. Sinds 1990 is het kustonderhoud drastisch gewijzigd. De kustlijn wordt op zijn plek gehouden met zandsuppleties, het onderhoud van de zeereep is minder noodzakelijk, er komt langzaam maar zeker meer ruimte voor de natuur. Natuurlijke processen mogen weer een rol spelen in de opbouw of afbraak van de zeereep. Op sommige plekken vindt het zand ook weer zijn weg naar de achterliggende duinen. Landschappelijk wordt het steeds interessanter. Maar er blijken gunstige bij-effecten te zijn. Wanneer zand door de zeereep kan stuiven kan het bijdragen aan een verhoging van het achterliggende land, niet onbelangrijke in de strijd tegen een mogelijk versnelde zeespiegelstijging. Het nieuwe adagium is dan ook: kustverdediging en natuurbeheer kunnen elkaar versterken: een dynamische kust biedt mogelijkheden voor grotere veiligheid en hogere natuurwaarden.

Meer lezen?

Zie ook: Dynamisch kustbeheer

Zeewaartse kustverdediging: zin of zonde?

Onze natuur is grotendeels ingesteld op de afslagkust. Immers, de laatste eeuwen is er overwegend sprake geweest van afslag, soms met een achteruitgang van verschillende kilometers. Bij afslag verdwijnt de begroeiing aan de voorkant van de zeereep. Het geëxponeerde zand kan weer opgenomen worden door de wind en komt opnieuw in beweging. Wanneer dit proces maar voldoende intensief op gang komt kan de achterliggende begroeiing geheel of gedeeltelijk begraven worden, en ontstaan mobiele duinen, die meestal sneller bewegen dan de landwaartse verplaatsing van de kustlijn. Dus, ondanks een erosie van de kustlijn toch een uitbreiding van de duinen. Zo zijn langzaam maar zeker onze Jonge Duinen gevormd. Pas in de 18e en 193 eeuw zijn deze duinen tot rust gekomen, vaak door actieve interventies van de mens. Maar de natuurwaarden, met name van de Grijze Duinen, zijn in veel gebieden nog steeds ingesteld op de vroegere dynamiek. Voor het behoud van de Grijze Duinen, één van de belangrijkste opdrachten in het kader van Natura2000, het Europese natuurnetwerk, zou dit wel eens heel cruciaal kunnen zijn.

Kustuitbreiding, één van de scenario’s om de komende zeespiegelstijging tegen te gaan, zou hier onvermoede gevolgen kunnen hebben. Door de kustuitbreiding wordt het karakter van onze kust fundamenteel veranderd. Beperkte kustuitbreiding, zoals we nu waarnemen als gevolg van grootschalig suppleren, laat al zien dat nieuwe duinenrijen tot afnemende dynamiek in de achterliggende duinen leiden, met mogelijke gevolgen voor de natuurwaarden (zie nieuws). Het is dan ook niet ondenkbaar dat kustuitbreiding op grote schaal de successie in de achterliggende duinen zo versneld dat er niet meer tegen op te beheren valt. Merkwaardig genoeg is dit een aspect dat tot nu toe volledig buiten beschouwing is gelaten.