De duinen van Schoorl behoren tot het kalkarme district. Het aanwezige zand bevat weinig kalk en overige nutriënten. Het gebied wordt gekenmerkt door loopduinen en loopduinvlaktes en enkele plaatsen met een uitgesproken reliëf door de aanwezigheid van stuifkuilen. Tot in de 19e eeuw was een groot deel van de Schoorlse duinen in verstuiving. Door voortdurende stabilisatie en de laatste decennia door zure regen en verhoogde stikstofdepositie zijn vrijwel alle verstuivingen vastgelegd. Het gevolg is dat in een groot deel van het gebied de vegetatie vergrast.

editor7-1

editor8-2

De laatste actieve stuifkuilen in de Schoorlse duinen groeien geleidelijk dicht. Links een nog actieve kuil in 1996. Rechts dezelfde kuil in 1997. In een jaar tijd is de begroeiing zover toegenomen, dat er geen sprake meer is van actieve verstuiving.

In opdracht van Staatsbosbeheer is een inventarisatie gemaakt van geschikte locaties voor het weer op gang brengen van verstuiving ten behoeve van enige verjonging in de vegetatieontwikkeling, en de diversiteit in het landschap. Uitgangspunt was dat ingehaakt werd op de huidige geomorfologie, d.w.z. er zouden geen nieuwe verstuivingen worden gecreëerd, maar er zouden oude verstuivingen worden gereactiveerd. Bij de selectie van locaties is o.a. rekening gehouden met de verstuivingsgeschiedenis, bodem- en vegetatieontwikkeling, natuurwaarden in de omgeving, en aanwezige ruimte voor toekomstige ontwikkeling. Uiteindelijk is een advies uitgebracht voor de reactivatie van 8 stuifkuilen.

editor9-3

editor10-4

Reactivatie van een stuifkuil. Links de kuil voor de ingreep, rechts na de ingreep. De ingreep bestaat uit het verwijderen van vegetatie en bodem. Het vrijkomende zand werd ter plekke verwerkt (depot op de voorgrond) om het aantal rijbewegingen door het terrein zo veel mogelijk te beperken.